dinsdag 18 februari 2014

Handicap

Wekelijks bezoek ik samen met mijn zoon een #psycholoog. In eerste instantie was dit om een #diagnose vast te kunnen stellen. Inmiddels zijn we aan het uitzoeken wat die diagnose #Asperger nu precies voor hem inhoudt.
De psycholoog maakt gebruik van de methode "Ik ben speciaal". Het is een werkboek waarbij eerst gekeken wordt naar wat alle mensen gelijk hebben en waarin zij verschillen. De buitenkant is voor de meeste mensen gelijk (met het verschil tussen mannen en vrouwen). Ieder mens heeft dezelfde onderdelen, maar die kunnen wel qua vorm en grootte en kleur van elkaar afwijken. Iedereen is dus eigenlijk hetzelfde, maar toch anders. In sommige dingen lijk je op een ander. Met andere dingen ben je uniek. Je kunt bijvoorbeeld dezelfde kleur ogen hebben als je moeder, maar de kleur haar van je vader. Je kunt groter zijn dan de jongen naast je in de klas, maar je bent kleiner dan je opa.
Een stukje moeilijker wordt het als we het over karakter gaan hebben en persoonlijke eigenschappen. Daarvoor moet je namelijk zelfkennis hebben en da's op zich al lastig als je 9 bent, maar wanneer je een vorm van #autisme hebt, wordt het allemaal nog ingewikkelder. Dan kun je namelijk niet goed inschatten hoe een ander jou ziet. Dit was dan ook het gedeelte waar ik als mama bij het proces werd betrokken. Op verzoek van mijn zoon mag ik bij de sessies aanwezig zijn. Mijn zoon lijkt namelijk heel wijs, maar als het op zelfreflectie aankomt, dan blijkt hij daar weinig kaas van gegeten te hebben. Ook lijkt hij niet goed te weten wat hij zelf goed kan en minder goed kan. Ik schrik van zijn lage zelfbeeld, maar gelukkig hebben we ook een heleboel goede en prettige eigenschappen kunnen benoemen, waarvan ik hoop dat zijn zelfbeeld wordt opgekrikt. De conclusie van deel 1 van de methode is dat alle verschillen samen jou uniek maken. En da's mooi! Ik zou bijna willen zeggen dat het voor ieder kind fijn zou zijn om dit deel van het werkboekje eens in te vullen.

Vorige week zijn we begonnen met deel 2 van het boekje.
Voordat de sessie begint wordt er thee gehaald en heb ik even tijd om samen met mijn zoon vast het werkboekje door te bladeren. Het gaat over "anders zijn".... al snel komt mijn zoon al bladerend een bladzijde tegen dien over #handicaps gaat. Hij slaat het boekje dicht en schuift het resoluut opzij met de mededeling: "Dit gaat niet over mij!"

Ik vraag hem wat het probleem is.
"Mam, dit gaat over mensen met een #handicap en die heb ik niet".
Vervolgens vraag ik hem wat een handicap volgens hem dan precies is.
Hij kan het niet benoemen.
Ik probeer uit te leggen wat een handicap is. Dat je een handicap hebt als je iets niet kunt doordat iets van je lijf niet helemaal naar behoren werkt, maar ik lijk niet tot hem door te dringen.
Gelukkig komt daar de psycholoog met de thee aan.
Ik geef aan dat we "een probleempje" hebben, omdat volgens mijn zoon dit boekje niet over hem gaat.
Samen weten we hem over te halen toch maar eens uit te zoeken wat nu precies een handicap is. We beginnen met de ogen... Zowel mijn zoon als ikzelf en de psycholoog zijn brildragend. Zonder onze bril of lenzen zien we niet scherp. Dat is dus een handicap.
"Ahaaa", zegt mijn zoon.... maar hij vertrouwt het voor geen meter. De sessie loopt stroef en uiteindelijk vast. Hij zit er met zijn aandacht totaal niet bij. Hij bladert wat door het boekje... verderop gaat het over autisme. Ik zie hem schrikken bij dat woord. Hij kent het woord .... en ik zie dat hij een verbinding in zijn hoofd probeert te maken tussen de woorden "handicap" en "autisme".... het lukt niet.
Ik vraag de psycholoog of we misschien de sessie voor vandaag moeten laten voor wat het is...
Hij heeft tijd nodig. Zij heeft het gelukkig ook gezien.

Op de terugweg naar huis vraagt mijn zoon nog voorzichtig: "Mam, jij vindt toch niet echt dat ik gehandicapt ben... je ziet toch niks aan mij?"

Vanmiddag mogen we weer.... ik ben benieuwd.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten